Met de auto op reis? 5 handige tips voor de vloeis...
Het is zomervakantie! Gaat u met de auto op vakantie? Dan hebben wij vijf handige tips voor de vloeistoffen om problemen met uw auto te voorkomen.
9 mei 2023
Voor light- duty voertuigen komen er minder strenge wijzigingen vergeleken met heavy- duty voertuigen, wel heeft de heavy- duty sector langer de tijd voor de implementatie. Typegoedkeuringen afgegeven aan auto’s en lichte bedrijfswagens vanaf juli 2025 moeten aan de Euro 7 uitstootnormering voldoen maar voor zware bedrijfswagens geldt dit pas vanaf juli 2027. Wel zijn er fabrikanten die vragen om uitstel om aan de eisen te kunnen voldoen.
De nadruk bij de Euro 7-norm ligt op het verminderen van de belasting van de vervoersmiddelen op de luchtkwaliteit. Niet alleen uitlaatgasuitstoot wordt hier gereguleerd maar er is ook aandacht voor de fijnstof die remmen en banden uitstoten tijdens het rijden.
‘Light- duty’ is gespecificeerd als “voertuigen tot 8 zitplaatsen of tot 3,5 ton laadvermogen”, daaronder vallen dus personenauto’s en lichte bedrijfswagens zoals busjes en pick-ups. De Euro 7-norm voor light- duty is meer een evolutie van de huidige Euro 6-norm. Het betreft voor light- duty minder ingrijpende wijzigingen dan vooraf gedacht omdat het voornemen van de EU is om per 2035 een zero-emission beleid te voeren voor dit segment. Men heeft de conclusie getrokken dat te strenge limieten voor de Euro 7-norm dan te kostbaar zijn voor de relatief korte investeringsperiode.
Een grote wijziging is dat er bij de Euro 7-norm geen technologisch onderscheid meer gemaakt wordt tussen ‘normaal’ ingespoten benzinemotoren, direct ingespoten benzine motoren (GDI) en diesel. Bij de Euro 7-norm krijgen al deze motoren dezelfde limieten. In Euro 6-norm mochten diesels bijvoorbeeld nog meer NOx uitstoten en waren de deeltjes limieten voor GDI motoren strenger vergeleken met andere benzinemotoren.
In de Euro 6-norm werden limieten gesteld aan deeltjes groter dan 23 nanometer (Particulate Number, of PN23) – fijnstof dus. Met de Euro 7-norm worden limieten gesteld aan deeltjes groter dan 10 nanometer (PN10). Dit betekent dat er niet alleen met kleinere verontreinigende stoffen rekening gehouden moet worden, maar ook dat er meer verschillende verontreinigende stoffen in beeld komen.
Zoals wellicht bekend is een motor het meest vervuilend tijdens de eerste paar minuten. De motor is dan nog koud, de verbranding is daardoor inefficiënt en de uitlaatgasnabehandelingssystemen werken nog niet zo goed. In de Euro 7-norm is er daarom naast de normale rijcyclus (RDE -> Real world Driving Emissions) ook een test opgenomen voor kleine ritten, van minder dan 10 kilometer. Zie de grafiek hieronder voor een totaal overzicht van de limieten.
NOx | PM | PN10 | CO | THC | NMHC | NH3 | |
RDE (mg/km) | 60 | 4,5 | 4×1011 | 500 | 100 | 68 | 20 |
Trips <10km (mg/trip) | 600 | 45 | 6×1012 | 5000 | 1000 | 680 | 200 |
NOx | Stikstofoxide
PM | Deeltjes massa
PN10 | Deeltjes nummer (minimale grootte 10nm)
CO | Koolmonoxide
THC | Totaal koolwaterstoffen
NMHC | Niet-methaan koolwaterstoffen
NH3 | Ammoniak
Verklaring over de stoffen: Koolmonoxide (CO) is giftig, THC en NMHC zorgt voor rookvorming en zijn irriterend voor de luchtwegen. De stof ammoniak is voor het eerst opgenomen in de Euro 7-norm. Ammoniak is ook irriterend voor de luchtwegen en is een bijproduct van het katalytische conversieproces bij benzine uitlaatgassen.
De periode waarin de emissie eisen gehaald moeten worden is bij de Euro 7 norm twee keer zo lang geworden. Waar de Euro 6 normering de voertuigen nog 100.000 kilometer of 5 jaar aan de uitstootlimieten moesten voldoen, geldt dat voor Euro 7 (light- duty) voertuigen gedurende 200.000 km of 10 jaar
Grotere impact nog dan de verdubbeling van de levensduur is de controle hierop. Euro 7 voertuigen moeten zichzelf monitoren, zelf registreren dus, wat de uitstoot is en of het voertuig nog aan de gestelde limieten voldoet. Hiervoor zal het reeds aanwezige OBD (On Board Diagnose) systeem moeten evolueren tot een OBM (On Board Monitoring) systeem. Dit betekent veel extra sensoren en een computer waar de data opgeslagen en uitgelezen kan worden. Als er een trend van afwijkingen bij bepaalde types wordt ontdekt is het niet ondenkbaar dat de fabrikanten van die voertuigen gepaste maatregelen opgelegd krijgen bijvoorbeeld in de vorm van boetes of het terugnemen en/of wijzigen van hun producten/voertuigen zodat deze wel aan de norm blijven voldoen gedurende die 200.000 km of 10 jaar.
De verwachting voor benzinevoertuigen is dat GDI de meest gebruikte technologie blijft. Wel zullen we een bredere toepassing van benzinepartikelfilters zien, ook bij conventionele benzinemotoren. De poriën van de partikelfilters zullen kleiner worden om de kleinere partikels te kunnen filteren. Dit met het potentiële gevolg dat ze sneller zullen verstoppen. Bij diesel ligt de focus op de NOx uitstoot, vooral bij koude motor. Hier zullen we meer ‘close coupled’ systemen zien in het uitlaatgasnabehandelingstraject, bij deze benadering worden de katalysatoren dichter bij de motor geplaatst zodat het geheel sneller opwarmt en eerder op de juiste manier werkt.
Het nadeel hiervan is dat de uitlaatgassen potentieel nog zo heet zijn omdat ze net uit de turbo komen, dat de vervuiling uit het smeermiddel (fosfor- en zwavelchemie) de coating van de katalysator vergiftigt, deze hoge temperatuur kan dit effect namelijk versnellen. Een alternatief voor ‘close coupling’ is elektrische (voor)verwarming van het uitlaatgasnabehandelingssysteem. Omdat het regeneratieproces van DPF (Diesel Partikel Filters) ook in de cyclus is opgenomen zullen we ook daar wijzigingen zien in filterdesign en regeneratiestrategie.
Om aan de gestelde limieten te voldoen en te blijven voldoen gedurende de gestelde levensduur wordt het gebruik van de juiste smeermiddelen en brandstoffen erg belangrijk. Er staan een aantal uitdagingen te wachten voor smeermiddelen en brandstoffen in Euro 7 voertuigen. Onderzoek wijst uit dat smeermiddelen met relatieve hoge of middelmatige SAPS waardes (zwavel- en fosforchemie, gebruikt voor slijtagebescherming) tijdens de verbranding vooral deeltjes genereren in de kritische PN10 tot PN23 range. Deze partikels zorgen voor het langzaam verstoppen van de fijnmazige poriën van de filters in het uitlaatsysteem wat op zijn beurt weer zorgt voor een hogere tegendruk. Een hogere tegendruk zorgt voor meer weerstand en dus voor een hoger brandstofverbruik, lees: hogere uitstoot.
Naast aandacht voor fijnstof is er zeker ook aandacht voor het verlagen van frictie, om de interne weerstand in de motor zo laag mogelijk te houden. Als de motorolie wordt gebruikt voor hybride voertuigen is er meer aandacht nodig voor corrosiebescherming in het smeermiddel. De motoren zullen naar verwachting namelijk minder vaak aanstaan en het smeermiddel wordt dan niet (vaak genoeg) door-en-door warm wat condensatie – bijmenging van vocht – in de hand werkt.
Het gebruik van hoogwaardige brandstoffen met goede kwaliteit speelt een belangrijker rol om aan de norm te voldoen en te blijven voldoen. Vervuiling in de verbrandingsruimte of aan de injector geeft andere inspuitbeelden en werkt onvolledige verbranding en nog meer vervuiling in de hand. Onderzoek wijst uit dat injectorvervuilingen de uitstoot beïnvloedt. Doordat er minder brandstof tegelijkertijd ingespoten kan worden zal de motorcomputer de inspuittijd langer maken. Verlenging van inspuittijden met 20% zorgt dat er 4 keer zo veel deeltjes worden uitgestoten.
Bij vervuiling door bijvoorbeeld het gebruik van verkeerde smeermiddelen en lage kwaliteit brandstoffen worden de vereiste normen niet meer gehaald wat wordt gedetecteerd door de sensoren. Bij een afwijking moet deze worden vastgesteld en verholpen worden. Gebeurt dit niet dan is men strafbaar en komt het voertuig niet door de periodieke keuring. Vervuiling kan verder leiden tot potentieel hoge kosten omdat fijngevoelige sensoren kunnen beschadigen die vervangen moeten worden. Het wordt steeds belangrijker om de juiste verbruiks- en onderhoudsproducten te selecteren. Eurol houdt de ontwikkelingen nauwgezet voor u in de gaten en ontwikkelt producten die compatible zijn met Euro 7 voertuigen. Dit geldt ook voor eventuele toepassingen van top-up additieven om de motor te reinigen via olie- en/of brandstofsysteem of het bevorderen van optimale verbranding.
Neem voor meer informatie of advies contact op met onze Technical Service afdeling of uw Eurol adviseur. Houd verder de Eurol online olieadviseur in de gaten voor de juiste aanbeveling voor specifieke voertuigen.
Het is zomervakantie! Gaat u met de auto op vakantie? Dan hebben wij vijf handige tips voor de vloeistoffen om problemen met uw auto te voorkomen.
Bezoek Eurol tijdens de Automechanika in Frankfurt van 10 t/m 14 september 2024. Hal 12, stand E11.
Het gebruik van een motorflush additief bij het verversen van de motorolie is een eenvoudige manier om motorvervuiling te voorkomen en te verhelpen.
Smeermiddelkleurcodes zijn een integraal onderdeel van het handhaven van een veilige en efficiënte industriële werkomgeving. Lees meer in dit kennisartikel.
Het is zomervakantie! Gaat u met de auto op vakantie? Dan hebben wij vijf handige tips voor de vloeistoffen om problemen met uw auto te voorkomen.
Bezoek Eurol tijdens de Automechanika in Frankfurt van 10 t/m 14 september 2024. Hal 12, stand E11.
Het gebruik van een motorflush additief bij het verversen van de motorolie is een eenvoudige manier om motorvervuiling te voorkomen en te verhelpen.
Smeermiddelkleurcodes zijn een integraal onderdeel van het handhaven van een veilige en efficiënte industriële werkomgeving. Lees meer in dit kennisartikel.