Getest in de woestijn voor het zware werk

In de Dakar rally gaat het om topprestaties. Niet alleen van de mensen die eraan meedoen, maar zeker ook van het materiaal. Van trucks, auto’s en motoren wordt het uiterste gevergd. Dat is een van de belangrijkste redenen dat Eurol zich heeft verbonden aan enkele toonaangevende Dakar-teams. Wat is het effect van rijden op hoogte of door een gortdroge woestijn waar het overdag 50 graden Celsius kan worden, maar waar het ’s nachts afkoelt tot tegen het vriespunt? Werkt alles nog zoals het moet als het materiaal voortdurend enorme klappen krijgt en alles vergeven is van het stof? 

“Als het dáár werkt, onder de meest extreme omstandigheden, weten we zeker dat het onder normale omstandigheden ook goed werkt”, stelt Bart van Hoorn, die zich bij Eurol bezighoudt met de speciale smeermiddelen. “Het materiaal in de agrisector, grondverzet en transport krijgt het immers ook zwaar te verduren. Het kan niet de bedoeling zijn, dat je een machine koopt voor een paar ton en hem kapot draait op slechte smering.” 

Internationaal

In iets meer dan veertig jaar tijd heeft Eurol een enorme ontwikkeling doorgemaakt. In 1977 begon oprichter Johan Pfeiffer met twee vrachtwagens voor de verkoop van zijn motorolie. Het was hem meteen duidelijk dat hij geen kleine, regionale olieboer wilde zijn. Hij wilde vanuit Nijverdal een internationaal bedrijf opzetten. Zo kwam hij ook aan de naam van het bedrijf: Europa Olie: Eurol. 

Pfeiffer had nog geen eigen fabriek, maar liet zijn blends speciaal maken, naar zijn eigen specificaties. Al snel had hij een man of dertig personeel in dienst en werd hij naast leverancier ook producent. De afdeling Research and Development werd steeds belangrijker naarmate er meer producten kwamen en de diversiteit van de toepassingen groeide. Inmiddels zijn Eurol-producten verkrijgbaar in meer dan tachtig landen en werken er meer dan tweehonderd mensen bij het bedrijf, dat de hoofdvestiging nog altijd in Nijverdal heeft. De afdeling Specialty Lubricants is een jonge tak bij Eurol naast de ‘gewone’ productlijn voor iedereen, maar wel een snel groeiende waarmee het bedrijf zich onderscheidt door de ontwikkeling van eigen, nieuwe technologieën. Inmiddels telt de Specialty-lijn meer dan dertig verschillende producten, die gespecialiseerd en multifunctioneel zijn, en in nauwe samenwerking met de praktijk zijn ontwikkeld. 

Hoogwaardige technologie

In de Dakar Rally test Eurol onder meer Specialty producten met SYNGIS Technology, een lijn met hoogwaardige smeermiddelen, die zich kenmerkt zich door een combinatie van de nieuwste additieven met kwalitatief hoogwaardige basisoliën en verdikkers. 

Van Hoorn legt uit wat dat inhoudt: “Alle draaiende delen van een machine moeten gesmeerd worden. Smeren met zogenoemd oliebloedend vet is de standaard oplossing, maar in veel gevallen is dat niet de juiste. Aan de olie blijft rotzooi plakken, waardoor onderdelen juist meer slijten en sneller kapot kunnen gaan. Vet moet je zien als een verdikker met olie en additieven. Het werkt als een spons. Het standaard product is als een grove spons, die weliswaar veel opneemt, maar waar het ook net zo snel weer uitloopt. Ons product is een fijnmazige spons, die olie dus veel beter vasthoudt, zodat die zijn werk kan doen.” 

De SYNGIS Technology bestaat uit speciale additievencocktails die samen met het smeermiddel worden ontwikkeld in het eigen laboratorium van Eurol. De SYNGIS Technology werkt door gebruik te maken van synergiën tussen componenten, waardoor een Eurol Specialty-product een performance levert die meer is dan de som van de componenten, die daardoor beter slijtage en corrosie tegengaan, en temperatuur- en waterbestendig zijn. 

Minilaboratorium

Hij haalt er een koffertje bij, het ‘minilaboratorium’ waarmee de smeermiddelenadviseurs van Eurol op pad gaan. De adviseurs van Eurol hebben een grote applicatie- en materiaalkennis, zodat ze de juiste middelen kunnen koppelen aan de toepassingen. 

In de koffer zitten drie potjes – een met een zwarte substantie, een met een mosterdgele substantie en eentje met fijn zand – en wat papiertjes. “Het zwarte vet is een standaard heavy duty vet, zoals wij dat noemen. Het gele is onze Specialty Grease CS-2/502-S. Als ik van beide producten een lik op een papiertje smeer (zie foto 1), zie je meteen al dat van het zwarte vet de olie door het papier dringt, terwijl de Specialty Grease CS-2/502-S niet bloedt (zie foto 2).” 

Op de achterkant van het papier strooit Van Hoorn wat van het fijne zand. In het zwarte kringetje blijft het plakken. Van het stukje waar het gele spul op zit, glijdt het zand meteen af. “Zo laten we ook aan onze klanten zien hoe het werkt en dát het werkt.” Het testje (en heel veel andere video’s) is ook te zien op het YouTube-kanaal van Eurol. 

Milieuvriendelijke kostenbesparing

Met name in de agrarische sector en in het grondverzet is nog een wereld te winnen, stelt Van Hoorn. In die sectoren wordt nog veel gebruik gemaakt van conventionele smeermiddelen – het zwarte vet uit het testje. “Dat standaard heavy duty-vet hebben wij ook, maar het is minder geschikt voor dergelijke toepassingen. Niet alleen tractoren maar ook bijvoorbeeld rooimachines en grondverzetmachines met aandrijfkettingen, hydrauliek, lagers en open smeerpunten moeten feilloos draaien in modderige en natte omstandigheden met gevaar voor slechte smering en corrosie. In die gewone smeervetten blijft zand en andere rotzooi plakken en daarmee draait de boel kapot. Geef dan een paar euro meer uit, dan heb je veel betere smering, minder onderhoud, minder stilstand, meer output. Per saldo bereik je dus een kostenbesparing terwijl je tegelijkertijd milieuvriendelijker en veiliger werkt. Nagenoeg alle Eurol Specialty-producten zijn immers vrij van microplastics en bevatten geen chloorparaffines. Je vindt dan ook maar weinig gevarensymbolen op onze verpakkingen.”

Bron: Agri Trader Jaargang 22, Nummer 1